v., (regeltechniek) methoden om een proces te regelen met behulp van een krachtig uitvoeringsorgaan (‘servomotor’) dat gecommandeerd wordt door relatief kleine stuursignalen.
De servotechniek omvat die toepassingen van de regeltechniek waarbij voorwerpen zoals radarantennes, roeren, stukken geschut enz. in een gewenste positie of op een gewenste snelheid moeten worden gebracht. Deze gewenste positie of snelheid is als regel niet constant en derhalve dient met grote vermogens gestuurd te worden om deze dikwijls zware voorwerpen zo goed mogelijk het stuursignaal te laten volgen.
Het stuursignaal wordt gegeven door met een instelbare weerstand, de gever, een elektrische spanning aan de ingang van een vermogensversterker aan te leggen. Het uitgangsvermogen doet een motor lopen die zowel de last in beweging brengt als ook een tweede variabele weerstand instelt waarmee een tegenspanning tegen de stuurspanning wordt aangelegd. De motor staat pas stil als de totale ingangsspanning van de versterker nul is en daarmee de last in dezelfde positie staat als de sturende weerstand.
Een eenvoudig voorbeeld van een snelheidssturing is de zgn. velodyne. De tegenspanning wordt hier opgewekt door een tachogenerator die een spanning afgeeft evenredig met de snelheid van de aangekoppelde motor.
Het is van belang dat in servosystemen krachtige versterkers worden gebruikt terwijl het traagheidsmoment van de last klein dient te worden gehouden om zodoende voldoende snelheid en nauwkeurigheid in de reacties van het servosysteem te verkrijgen. Dikwijls zijn de gevolgen van de traagheid en de wrijving van de last gedeeltelijk te ondervangen door het opnemen van versnellende en/of vertragende netwerken in het versterkingssysteem. Deze hebben dan dezelfde bedoeling als de differentiërende en integrerende acties bij procesregelingen, namelijk het mogelijk maken om de versterking en daarmee de nauwkeurigheid van het systeem op te voeren zonder instabiliteiten of te grote gevoeligheden te introduceren.
Naast de gegeven voorbeelden van gelijkspanningsservo’s bestaan ook wisselspanningssystemen. Deze hebben het voordeel robuuster en goedkoper te zijn dan gelijkspanningssystemen omdat wisselspanningsversterkers en motoren eenvoudiger zijn dan de overeenkomstige gelijkspanningscomponenten. Daar staat tegenover dat de composerende netwerken veel moeilijker zijn samen te stellen en dat als regel de storingsgevoeligheid van wisselstroomsystemen groter is.