naam van een Romeinse familie, een van deze zeven uit Alba afkomstige geslachten, door koning Tullus Hostilius (7e eeuw v.C.) onder de patres opgenomen.
Quintus Servilius Caepio, die de senaat weer een aandeel in de rechtspraak gaf (Lex Servilia, 106 v.C.), weigerde als proconsul in de strijd tegen de Kimbren met een homo novus samen te werken, hetgeen leidde tot de nederlaag bij Arausio (103 v.C.). Gaius Servilius Glaucia trachtte, als leider van de volkspartij, bij de opkomst van Marius kort na 106 v.C. door een lex de repetundis de gunst van de equites te winnen. Bij zijn streven naar het consulaat vond hij in 99 v.C. de dood. Publius Servilius Vatia Isauricus werd voor zijn steun aan Sulla beloond met het consulaat in 79 v.C. Hij bestreed de zeeroversnesten in Cilicië, Lycië en Pamfylië (78 v.C.—75 v.C.). Hij was de raadsman van Cicero.