Léopold Sédar, Senegalees dichter en staatsman, *9.10.1906 Joal. Tijdens zijn studie in Parijs kwam Senghor in contact met o.a.
A.Césaire en L.G.Damas, met wie hij de négritude-beweging en het blad L’Étudiant Noir lanceerde. In 1947 behoorde Senghor met A.Camus en A.Gide tot de oprichters van het tijdschrift Présence Africaine. In 1946 werd hij lid van het Franse parlement, in 1955 staatssecretaris in het Franse kabinet en in 1960 de eerste president van de republiek Senegal. Zijn politiek is vanaf het begin sterk Frans gericht geweest. In zijn poëzie is Senghor beïnvloed door de Afrikaanse orale lyriek en door Franse dichters als P. Claudel, C.Péguy en Saint-John Perse.
Senghor heeft veel gedaan om in het Westen erkenning te krijgen voor de waarde van de Afrikaanse cultuur. Behalve poëzie, die in vele talen vertaald werd, heeft hij ook talloze essays en artikelen gepubliceerd. Werken: Chants d’ombre (1945), Anthologie de la nouvelle poésie nègre et malgache (1948), Hosties noires (1948), Chants pour Naëtt (1949), Ethiopiques (1961), Nocturnes (1961), Poèmes (1964), Liberté I: négritude et humanisme (1964), Les fondements de l’africanité ou négritude et arabité (1967), Elégie des alizés (1969), Liberté II, nation et voie africaine du socialisme (1971), Lettres d’hivernage (1972).LITT. J.L.Hymans, L.S.Senghor (1971); S.W.Bâ, The concept of negritude in the poetry of L.S.Senghor (1973).