[Eng.], m. (-s), fijnspinmachine met gescheiden spin-en opwindperiode. De selfactor is voor katoenen kamgaren voorzien van een driecilinderrekwerk, voor strijkgaren van een strijkgarenrekwerk en voor wollen kamgaren van een drie-of viercilinderrekwerk.
Hierop worden de lonten geplaatst waarin de vezels nagenoeg evenwijdig liggen. Tijdens het uitrijden van de wagen worden de vezels op elkaar geklemd door het lonteinde zeer snel om zichzelf te draaien met een spil op de wagen. De spillen leggen al draaiende ( 1000-1200 toeren per minuut) twist in het garen. Nadat de wagen ca. 1,70 m is uitgereden, is 1,70 m garen gesponnen op iedere spil. De wagenaandrijving en het rekwerk worden gestopt, de beugels en stangen benodigd voor het geleiden van het garen bij het opwinden worden omgeklapt en de wagen wordt weer naar het rekwerk getrokken, het gesponnen garen intussen opwindend in copsvorm. Hierna worden de beugels weer weggeklapt, de wagenaandrijving en het rekwerk weer ingeschakeld en opnieuw ca. 1,70 m garen gesponnen.
