plantengeslacht uit de familie Selaginellaceae, met ca. 700 soorten, overal ter wereld (behalve in de Benelux) aangetroffen, in allerlei klimaten, maar vooral talrijk in de tropen. Varenachtig van uiterlijk; sterk vertakkende stengels, die al dan niet kruipen of epifytisch zijn.
Wortels breken gewoonlijk uit op de stengels zittende ‘worteldragers’ te voorschijn. De bladeren zijn schubachtig, gewoonlijk in twee rijen van grotere, zijdelingse, en twee rijen kleinere, in het midden staande bladeren. Selaginella douglasii kan op beschutte plaatsen buiten groeien (Noord-Amerika). Als kasplant veel gekweekt b.v. uit West-Indië S. tenella (laagblijvend), en S. apoda (Canada tot Texas, koude kas) en fraaie tapijten vormende S. kraussiana (Zuid Afrika). Enige soorten, o.a. S. apoda, worden in de bloemisterij gebruikt als opvulling van bloemstukken e.d. (‘Engels mos’).