Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Seizoen

betekenis & definitie

o. (-en),

1. jaargetijde: het hele seizoen.
2. deel van het jaar dat door bepaalde verschijnselen gekenmerkt wordt: het is daarvoor nu juist het seizoen.
3. tijdmaat: zwemseizoen, visseizoen; ook: theaterseizoen, deel van het jaar waarin een schouwburg geregeld voorstellingen geeft.

< >