[<H.A.Seger, Duits technoloog, *1839, ♰1893], m. (-s), (keramische industrie) een piramidevormig smeltlichaam (uit een reeks) voor het vaststellen van de hoogst bereikte temperatuur tijdens een bakproces; tevens maat voor de vuurvastheid van vuurvast materiaal.
Segerkegels, kleine, slanke, driezijdige piramiden, worden geproduceerd met een hoogte van 2,5 cm en 5 cm voor laboratorium-, resp. bedrijfsgebruik. Een reeks bestaat uit een aantal nummers, elk met een bepaalde samenstelling en daardoor een bepaald smeltpunt. De smeltpunten liggen meestal ca. 20 °C uit elkaar. Bij het werken met segerkegels plaatst men enige nummers ervan bij elkaar op een geschikte plaats in de oven. De kegel die nog niet geheel smelt, maar wel zover verweekt is dat zijn omgebogen punt de bodem raakt, is zowel een maat voor de temperatuur als voor de duur van verhitten (thermo-elementen meten slechts temperatuur). Zie bullersring.
