Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Sectorintegratie

betekenis & definitie

v., de situatie waarbij samenwerkende landen een gemeenschappelijke markt vormen binnen een speciale bedrijfstak. Een voorbeeld van sectorintegratie is de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Het grote bezwaar van iedere sectorintegratie is de onvolkomenheid daarvan. Men licht uit het ingewikkelde economisch bestel betrekkelijk willekeurig één sector, die door een netwerk van relaties aan andere sectoren gebonden is. Allereerst bestaat er bij sectorintegratie, in tegenstelling tot bij een ‘overall-integratie’, in veel mindere mate de mogelijkheid dat de nadelen van inkrimpende bedrijven of bedrijfstakken in een bepaald deel van de nationale economie gecompenseerd kunnen worden door de voordelen die de uitbreidende bedrijfstakken elders met zich brengen. Bij een overall-integratie creëert ieder nadeel als het ware met logische noodzakelijkheid een voordeel, omdat naarmate de import toeneemt ook de export toe moet nemen, indien men althans de betalingsbalans in evenwicht houdt. Despecialisatie vindt dan plaats in de economisch meest verantwoorde richting. Door het geheel of gedeeltelijk ontbreken van deze uitlaatkleppen worden bij de bedrijfstaksgewijze integratie bepaalde economische structuren verwrongen.

Er vindt geen algemene, de gehele economie betreffende verbetering van de specialisatie plaats. Vervolgens wordt de algemene interdependentie bij een sectorintegratie ook verbroken doordat men wel voor bepaalde produkten een grote markt creëert, maar niet voor verwante goederen of voor substituten (in het algemeen dus concurrerende produkten). Deze laatste categorieën komen daardoor uit een oogpunt van concurrentie in een nadelige positie, doordat zij niet van de afschaffing van belemmeringen en de voordelen van marktverruiming kunnen profiteren. De repercussies die een dergelijke integratie met zich brengt zijn economisch hierdoor in feite niet zuiver; in meer technische termen uitgedrukt: de verschuivingen in het produktiepatroon zijn niet optimaal en kunnen dus zelfs in een verkeerde richting plaatsvinden. Deze bezwaren tegen partiële integratie zullen natuurlijk verhoudingsgewijs des te groter zijn naarmate:1. de preferentieel behandelde bedrijfstak in sterkere mate concurreert met andere produktieverwante bedrijfstakken, die niet van de preferentie profiteren;
2. de omvang van deze preferentie in vergelijking tot de protectie in deze andere bedrijfstakken een grotere omvang heeft.

LITT. J.E.Meade, H.H.Liessner en S.J.Wells, Case studies in European economic union (1962).

< >