Jan van, Ned. schilder, architect en waterbouwkundige, *1.8.1495 Schoorl, †6.12.1562 Utrecht. Van Scorel was eerst leerling van Cornelis Buys te Alkmaar, daarna van Jacob Cornelisz te Amsterdam.
Van 1518-20 verbleef hij in Karinthië, waar het vroegst gedateerde werk van hem tot stand kwam (triptiek van de Heilige Maagdschap, 1520; Obervellach). In 1520 kwam Van Scorel te Venetië; daar raakte hij onder de indruk van het werk van Palma Vecchio en Giorgione. In 1521 maakte hij een pelgrimstocht naar Jeruzalem, waarvan het stadsgezicht terug te herkennen is in de Lockhorsttriptiek (1526-27, Centraal Museum, Utrecht), die hij na zijn terugkeer naar de Nederlanden te Haarlem vervaardigde. Maar eerst was Van Scorel nog de opvolger van Rafaël als opzichter van de Belvedere te Rome onder de Ned. paus Hadrianus VI (1522— 23). In 1529 vestigde hij zich definitief te Utrecht; daar bekleedde hij diverse functies in het religieuze leven (hij was o.a. vicaris van het kapittel van Sint-Jan). Naast schilderen hield hij zich bezig met architectonische (o.a. een doksaal voor de Mariakerk in Utrecht) en waterbouwkundige projecten (o.a. droogmaking van de Zijpe).
Uit het begin van zijn Utrechtse periode dateren verschillende fijnzinnige portretten, zoals Agatha van Schoonhoven (1529, Galleria Doria-Pamphili, Rome); later maakte hij meestal grotere werken, waarvan de meeste tijdens de beeldenstorm verloren zijn gegaan. Met Van Scorel, die als belangrijkste leerling Maarten van Heemskerck had, werd de periode van de Noordned. renaissanceschilderkunst ingeluid. LITT. G.J.Hoogewerff, J.van Scorel en zijn navolgers en geestverwanten (1941); M.A.Faries, J. van Scorel, his style and its historical context (1972); Cat. tent. J.van Scorel, Centraal Museum, Utrecht (1976).