o. (-iën, -tia), bij schimmels voorkomende harde, meestal een min of meer duidelijk afgegrensde massa schimmeldraden, die een rustperiode doormaken. Sclerotiën zijn van buiten zwart of bruin, inwendig wit.
Grootte: van enige millimeters tot meer dan vuistgroot. Sclerotiën treden bij allerlei schimmels op, b.v. moederkoorn (Claviceps purpurea). De sclerotiën bevatten giftige stoffen (ergotalkaloïden).