o. (-en), grond waarop alleen de dader (en niet de daad) wordt geëxcuseerd.
Wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn in Nederland: ontoerekenbaarheid (ontoerekeningsvatbaarheid); noodweerexces; onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (ambtelijk) en psychische overmacht waaraan men redelijkerwijs geen weerstand behoeft te bieden (artt. 37-40 WStr). Daarnaast erkent de rechter een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond: afwezigheid van alle schuld, wanneer iemand verontschuldigbaar heeft gedwaald.
In het Belg. strafrecht onderscheidt men objectieve en subjectieve rechtvaardigingsgronden. De subjectieve rechtvaardigingsgronden komen overeen met de schulduitsluitingsgronden in het Ned. strafrecht. Zij betreffen niet de sociale gevaarlijkheid van de daad, maar de strafbaarheid en toerekenbaarheid van de dader.