Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schütz, heinrich

betekenis & definitie

gelatiniseerd Sagittarius, Duits componist, *14.10.1585 Köstritz, ♰6.11.1672 Dresden. Schütz studeerde rechten te Marburg en van 1609—12 compositie te Venetië bij G.Gabrieli.

In 1613 werd hij hoforganist te Kassel en in 1617 hofkapelmeester te Dresden. Van 1628—29 studeerde hij weer in Italië, waar hij de invloed van C.Monteverdi onderging. Van 1633—35, in 1637 en van 1642—45 werkte hij te Kopenhagen. Schütz was een van de belangrijkste Duitse 17e-eeuwse componisten. Hij beïnvloedde vooral de protestantse kerkmuziek door niet alleen de stijl van de polyfonie te handhaven, maar tevens de Italiaanse monodie en concerterende stijl hierin te verwerken. Zijn Matthäus-, Lukasen Johannespassion (ca. 1666) behoren tot zijn belangrijkste werken.

Zij hebben geen aria’s en koralen, en de koren en recitatieven hebben geen instrumentale begeleiding. Deze werken worden, evenals zijn oratoria, gekenmerkt door levendige ritmuziek, dramatische zeggingskracht en realisme. Veel van zijn oeuvre is verloren gegaan, o.a. de eerste Duitse opera Daphne (1627), waarvan alleen de tekst van M. Opitz bewaard bleef. Composities: Italiaanse madrigalen (1611), Psalmen Davids (1619; meerkorig met orkest), Auferstehungshistorie (1623), Cantiones sacrae (1625), ‘Beckersche’ psalmen (1628), Symphoniae sacrae I (3 dln. 1629— 50), Musikalische Exequien (1636), Kleine geistliche Konzerte (1636-39), Geistliche Gesänge (1657), Weihnachts-Historie (1664), Magnificat (1670). Uitgaven: Gesammelte Briefe und Schriften, door E.

H.Müller (1931); Neue Gesamtausgabe (1955 vlg.). LITT. W.Haacke, H.Schütz (1960); G.Kirchner, Der Generalbass bei H.Schütz (1961); W.S.Huber, Motivsymbolik bei H.Schütz (1961); O.Brodde, H. Schütz (1972).

< >