Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schriftgeleerde

betekenis & definitie

m. (-n), in oudtestamentische tijd de schriftuitlegger bij de joden. Na de Babylonische ballingschap (586 V.C.-537 v.C.) werd bij de joden, op voorbeeld van Ezra, de studie van Tenach, in het bijzonder van de Torah, een onderwerp van schoolgeleerdheid, ook ten behoeve van de dagelijkse praktijk en tot het doen van uitspraak in twijfelachtige gevallen, zowel in zaken van godsdienst en geweten als bij burgerlijke bepalingen en geschillen.

Er ontstonden verschillende scholen en richtingen. In de le eeuw v.C. kwamen voor hen de titels rab, rabbi en raboeni in gebruik. Bij de studie van de Torah ontwikkelde zich-de halacha, een gewoonterecht dat eerst later in de misjna werd vastgelegd. LITT. G.Vermès, Scripture and tradition in judaism (1961).

< >