m., oorspronkelijk de eerste drukvorm die op het aan beide zijden schone papier wordt afgedrukt; ook het drukken daarmee; ook het blad waarop slechts één zijde bedrukt is, resp. die bedrukte zijde ervan; tegenwoordig de drukvorm waarin de eerste pagina van de desbetreffende katern staat; ook het drukken daarmee; ook de zijde van het zodanig bedrukte blad.
De modernere omschrijving van schoondruk kan tot misverstanden leiden. Op grote persen kan men op een dubbel formaat drukvel de drukvormen voor de voorzijde en voor de achterzijde van een katern drukken en, nadat het drukvel met dezelfde vorm aan de achterzijde bedrukt is, dat drukvel in tweeën snijden zodat twee katerns ontstaan. Voor de voor-en de achterkant van een katernvel zijn wel de termen buiten-en binnendruk voorgesteld.
Het tegenovergestelde van schoondruk is weerdruk.