m., geregelde radio-uitzending ten dienste van het onderwijs; het gebruik van radio op scholen.
Het programmaschema van de schoolradio wordt door een speciale sectie, bestaande uit onderwijsdeskundigen, samengesteld. De uitwerking van de schoolradio wordt regelmatig getoetst. De uitzendingen, die in de klas door leerlingen en leerkrachten gevolgd kunnen worden, worden zorgvuldig voorbereid en begeleid. De leerkrachten krijgen een toelichting, vaak ook dia’s, en (werk)boekjes om aan de leerlingen te verstrekken. Voor en na de uitzending kan het desbetreffende onderwerp worden uitgediept, in relatie met de vakken waarop het aansluit.
In Nederland begonnen in 1929 al de NCRV en de KRO met uitzendingen. Deze werden in de Tweede Wereldoorlog onderbroken, maar vonden daarna voortgang. In 1951 stichtten de AVRO, de VARA en de VPRO de Stichting Ned. Schoolradio. Sinds 1973 neemt hieraan de VPRO niet meer deel. De stichting heeft wekelijks driemaal 20 minuten zendtijd.
Haar gehoor bevindt zich m.n. op de basisscholen; 1700— 1750 scholen hebben zich op de Stichting Ned. Schoolradio geabonneerd, NCRV en KRO hebben elk hun eigen schoolradio, elk met, buiten de vakanties om, ongeveer tweemaal één uur zendtijd.
In België bestaat sinds 1931 schoolradio. De uitzendingen van de BRT vallen evenals de schooltelevisieprogramma’s sinds 1974 onder de bevoegdheid van de bestuursdirectie Instructieve Omroep. Ongeveer de helft van de basisscholen maakt regelmatig gebruik van de schoolradio.
LITT. T.Smits, De radio in de school (1973).