Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schoolgebouw

betekenis & definitie

o. (-en), gebouw voor andere onderwijsinrichtingen dan voor universiteiten.

Schoolgebouwen kwamen pas in de 18e eeuw tot stand. Zij ontwikkelden zich tot gebouwen die klassikaal werden ingedeeld in verband met het onderwijs in leeftijdsgroepen. Onder invloed van vernieuwingstendensen is gepoogd andere indelingen aan te brengen. Vooral bij het voortgezet onderwijs ontwikkelde zich het gebouw met speciale leslokalen, wat langzamerhand ook in het lager onderwijs doordringt. Steeds vaker wordt gepoogd tegemoet te komen aan de individuele behoeften van de leerlingen, maar er zijn nog geen definitief te achten vormen van onderwijs daarvoor ontwikkeld. Dit leidt tot een behoefte aan grote flexibiliteit, maar deze moet ook economisch verantwoord zijn.

Het schoolgebouw moet nu worden ingericht voor grote groepen: 150—200 (voordrachten, het geven van informatie), voor kleine groepen: 15—20 (voorde verwerking van de leerstof) en voor afzonderlijke studie van de leerlingen. Men moet ook denken aan een informatiecentrum (met computer, naast de bibliotheek), zalen voor geprogrammeerde instructie, talenpractica, natuurwetenschappelijke laboratoria en gemeenschapsruimten. De Stichting Informatie Centrum voor Scholenbouw verschaft voorlichting op grond van eigen ervaringen en brede informatie in het buitenland.

< >