(schoonde, heeft geschoond), zuiveren; (van zaden en gewassen) ontdoen van al wat er niet in of bij behoort; (van een aanplant) het verwijderen van dood en niet gewenst hout; (van een watergang) het verwijderen van ongewenste begroeiingen.
Granen en zaden moeten om diverse redenen ontdaan worden van ongerechtigheden zoals stro, kaf, grond en vreemde zaden. De zaden worden daartoe door een luchtstroom gevoerd, waarbij het lichte vuil, stof, kaf en stro met de lucht worden afgevoerd. De zaden worden over een trilof schudzeef gevoerd met grote gaten, waar het zaad doorvalt en de grotere delen op achterblijven. Tenslotte worden de zaden nog over een zeef gevoerd met kleine gaten. De kleine onkruidzaden vallen door de zeef. Voor het schonen van zaaizaden worden soms zeer gecompliceerde technieken gebruikt om onkruidzaden af te scheiden die een grote overeenkomst met het zaad hebben.