Duits schrijver, *15.7.1874 Berlijn, †25.5.1969 Gut Seeheim. Von Scholz studeerde in Berlijn, Lausanne, Kiel en München.
Hij was van 1914—23 leider van het Landestheater te Stuttgart, waar hij in 1916 de Empedokles van F. Hölderlin ensceneerde. In zijn omvangrijk oeuvre zette Von Scholz zich aanvankelijk af tegen de overdaad en vormeloosheid van het naturalisme. Hij knoopte weer aan bij de klassieken. Inhoudelijk had hij meer belangstelling voor tijdloze zaken dan voor de politieke actualiteit. Werken: Der Jude Konstanz (1905), Meroe (1906), Die Unwirklichen (1916), Der Wettlauf mit dem Schatten (1920), Zwischenreich (1922), Perpetua (1926), Der Weg nach Illock, (1930), Nur Zufälle (1960), Der Kopf im Fenster (1965); autobiografieën: Lebensjahre (1939), Lebenslandschaft (1943).