o. (-en), wiedmachine.
Het eenvoudigste model schoffeltuig is een ijzeren frame op wielen, waarin een aantal schoffels met een klembeugel is bevestigd. Bij sommige zijn de schoffels in verticaal staande parallellogrammen bevestigd. Deze parallellogrammen zijn voorzien van steunwieltjes, die de oneffenheden van de grond volgen. De schoffel werkt daardoor steeds op dezelfde (verstelbare) diepte. Men heeft éénen meerrijige machines, zowel door paarden getrokken, als aangebouwd aan de trekker. In het laatste geval spreekt men wel van wiedbalk of wiedgarnituur.
Het moderne schoffeltuig heeft vele verstelmogelijkheden en diverse typen schoffels, die aan de verschillende cultures zijn aangepast. Een typisch voorbeeld hiervan is het veenkoloniaal schoffeltuig, dat is aangepast op de aardappelteelt op deze lichte gronden, waar onkruid zeer gemakkelijk groeit.