Duits taalkundige, *19.2.1821 Meiningen, †6.12.1868 Jena. Schleichers hoofdwerk is zijn Compendium der vergleichenden Grammatik der indogermanischen Sprachen (1861), waarin de resultaten van het historisch comparatieve onderzoek van de Indo-europese talen - begonnen door R.Rask, J.Grimm, F.Bopp en A.Pott - zijn samengevat.
Schleicher heeft ook verdiensten door zijn descriptief werk.Hij was een van de eerste veldwerkers op het gebied van het Litouws. Uitgave van ouder werk van Schleicher verscheen in de serie Amsterdam studies in the theory and history of linguistic Science (deel 4, 1974; deel 6, 1975).