m. (-s),
1. los deeltje van een dunne oppervlaktelaag: de kalk valt in schilfers af; schilfers op het hoofd, hoofdroos;
2. bijprodukt bij het winnen van olie of vet uit olieof vetrijke produkten, als veevoeder gebruikt.
Schilfers worden verkregen door de oliehoudende zaden of delen te wringen in een cilindervormig omhulsel, waarin een zware schroefvormige as draait. Het proces verloopt continu, in tegenstelling tot het persen waarbij men koek overhoudt. In voederwaarde kunnen de schilfers worden vergeleken met de koek.