Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schikkelijk

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, -st),

1. bereid zich te schikken, inschikkelijk: een schikkelijk man, met wie men best kan omgaan;
2. fatsoenlijk, gepast, redelijk: je moet het schikkelijk met mij maken, niet te veel verlangen;
3. tamelijk, vrij goed: het weer is nogal schikkelijk.

< >