v./m., het schieten met vuurwapens als sport.
De schietsport met vuurwapens (voorladers) werd vanaf de 15e eeuw beoefend. Geweerschieten werd al in 1896 een Olympische sport. Er bestaan vele onderdelen.
Voorladerschieten. De oudste vorm van vuurwapensport, beoefend met originele antieke wapens of met replica’s. Een loden kogel wordt met zwart kruid weggeschoten. Men onderscheidt tussen vuistwapens en lange-afstandswapens (geweer). De deelnemers schieten van een afstand van 25 m tot de schijf (vuistwapens) of 50 m (Iange-afstandswapens).
Geweerschieten. Men onderscheidt tussen vuur-en luchtdrukwapens. Men schiet uit staande, knielende of liggende houding. De verschillende onderdelen: luchtgeweer: 40 schoten in 80 min, alleen vanuit staande houding, schijf op 10 m; klein-kaliber-standaardgeweer: 60 schoten in 2,5 uur vanuit alle houdingen, schijf op 50 m; klein-kaliber-internationaal, vrij wapen: 120 schoten in vijf uur vanuit alle houdingen, schijf op 50 m; klein-kaliber-internationaal liggend: 60 schoten in twee uur alleen vanuit liggende houding, schijf op 50 m; vrij geweer: 120 schoten in 5,5 uur, alle houdingen, schijf op 300 m; bewegende schijven: 60 schoten op bewegende schijven, waarvan 30 schoten op langzaam bewegende en 30 schoten op snel bewegende schijf, tijd onbeperkt, alleen staande houding, afstand tot de schijf 50 m.
Pistool-en revolverschieten. Men onderscheidt tussen precisieschieten op een schijf of snelvuurschieten op duel-of silhouetschijven (schijven min of meer in de vorm van een menselijk lichaam). In alle onderdelen schiet men staande. Men kent: luchtpistool: 60 schoten in 105 min, schijf op 10 m; standaardpistool: 60 schoten in drie manches op silhouetschijven in 150 resp. 20 en 10 s, elke manche is 20 schoten, afstand 25 m; sportpistool: gecombineerd precisie-en duelschieten, op een afstand van 25 m; precisieschieten: 6 series van vijf schoten, 6 min per serie; silhouetschieten: 30 schoten met tussen ieder schot 7 s rust; snelvuurpistool: silhouet schijfschieten op 25 m, twee manches; iedere manche bestaat uit zes series van vijf schoten (de eerste twee series binnen 8 s, serie 3 + 4 binnen 6 s en serie 5 + 6 binnen 4 s); vrij pistool: 60 schoten in 2,5 uur op 50 m (schijfschieten), zowel met pistool als revolver.
Kleiduivenschieten.
De organisaties voor de schietsport zijn in Nederland de Koninklijke Vereniging van Ned. Scherpschutters; in België het Koninklijk Verbond der Belg. Schuttersverenigingen. De internationale organisatie is de Union Internationale de Tir.