Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schelde (rivier in frankrijk, belgië en nederland)

betekenis & definitie

(Fr.: Escaut), stroomgebied ca. 20000 km2, lengte 430 km (107 km in Frankrijk, 233 km in België en 90 km in Nederland). De Schelde ontspringt in Frankrijk bij Le Catelet op 100 m boven zeeniveau.

De Schelde stroomt in de richting zuidzuidwest-noordnoordoost tot Gent, waar de rivier ombuigt naar het oosten om over Antwerpen uit te monden in de Noordzee via de Westerschelde. De Schelde neemt bij Condé de Hene op, bij Gent de Leie, later de Dender en de Rupel. Een groot aantal waterwegen staat met de rivier in verbinding (zijrivieren, het Noordfranse kanalennet, het Kanaal Gent-Terneuzen, het Albertkanaal en de Schelde-Rijnverbinding). De sterke getijdenbeweging in de Westerschelde veroorzaakt bij Vlissingen een diepte van meer dan 20 m. De monding zelf bezit vier geulen, waarvan de voornaamste de Wielingen wordt genoemd. Aan de Schelde ligt de belangrijke Belg. zeehaven Antwerpen.

In de Belg. binnenscheepvaart behoren tot het Bekken van de Boven Schelde, behalve de Boven-Schelde zelf (85,7 km), ook de zijrivieren de Leie en de Dender en de kanalen Gent-Terneuzen, Gent-Brugge, Roeselare-Leie, Bossuit Kortrijk, het Afleidingskanaal van de Leie, het Spierekanaal en de Ringvaart. De Zeeschelde wordt verdeeld in de vakken Gentbrugge-Rupel of Zeeschelde I (68,4 km) en Rupel-Ned. grens of Zeeschelde II (39,4 km). Tot het Bekken van de Zeeschelde worden echter ook de zijrivieren Rupel, Dijle, de Moervaart-Durme, de beide Neten en het Netekanaalgerekend. Dank zij het Antwerpse en het Gentse havenen industriegebied zijn de Zeeschelde n en het Kanaal Gent-Terneuzen de economisch belangrijkste gedeelten van het hele Scheldebekken. De vervuiling van de Schelde baart grote zorgen. M.n. de Antwerpse agglomeratie draagt daar veel aan bij.

De Schelde is bevaarbaar vanaf Kamerik voor schepen tot 300 t, vanaf Gent voor die tot 600 t en vanaf Rupelmonding voor schepen tot 2000 t. De Schelde werd in 1585 op last van de Staten-Generaal gesloten voor scheepvaart naar en vanuit de volle zee (Scheldekwestie). Bij de scheiding van België en Nederland in 1830—39 ging de Scheldekwestie opnieuw spelen. De monding heeft uit twee grote armen bestaan: de Westerschelde en de Oosterschelde. De afwatering via de Oosterschelde werd in 1860 door een dijk afgesloten. De scheepvaart op de Westerschelde ondervindt hinder van de zwervende zandbanken.

< >