o. (-en), (ook: scheepsjournaal), dagregister of dagboek dat aan boord van een schip krachtens wetten of voorschriften moet worden bijgehouden.
Het scheepsdagboek moet krachtens art. 348 Ned. WvK door de kapitein van elk koopvaardij- en vissersschip worden bijgehouden. Op alle werktuigelijk voortbewogen schepen moet ook een machine-dagboek worden bijgehouden, op schepen met radiocommunicatie een radiodagboek. Buiten het dwingend voorgeschreven optekenen van feiten, zoals strafbare handelingen door opvarenden, een aanvaring, een ernstig ongeval, wordt de inhoud van het scheepsdagboek aan het inzicht van de kapitein overgelaten. De bewijskracht van het scheepsdagboek wordt door de rechter bepaald. De rederij kan het opnemen in het scheepsdagboek van tijdmeter-, meteo- en oliejournalen (tijdstip en plaats waar olieresten zijn geloosd) voorschrijven.
Volgens art. 61 van het Boek II van het Belg. WvK houdt de kapitein van een Belg. zeeschip een register waarin de beslissingen vermeld worden die tijdens de reis worden genomen. In de praktijk wordt het scheepsjournaal aangevuld door een ‘kasboek’ dat tot doel heeft het financieel beleid te rechtvaardigen tegenover de reder. De Wet op de Verontreiniging van de Zee verplicht het schip een oliejournaal bij te houden, en bovendien volgens de reglementen inzake zeevaartinspectie nog een machine- en radiojournaal en een medisch journaal.