Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Scharoun

betekenis & definitie

Hans Scharoun, Duits architect, *20.9.1893 Bremen, ♰25.11.1972 Berlijn. Scharoun studeerde aan de Technische Hochschule te Berlijn.

Van 1919-25 was hij zelfstandig architect en o.a. werkzaam bij de wederopbouw van Oost-Pruisen. Van 1925-32 doceerde hij aan de academie voor kunst en kunstnijverheid te Breslau, waarna hij zich weer korte tijd tot de praktijk wendde. Hierop volgde tot 1945 een gedwongen improduktieve periode, omdat de nazi’s zijn werk als decadent beschouwden. In 1945 werd hij naar Berlijn teruggeroepen voor de wederopbouw van verwoeste stadsdelen. Het vroege werk van Scharoun was sterk gebonden aan het toenmalige rechtlijnige functionalisme. Een voorbeeld daarvan, waaruit tevens zijn sociale engagement spreekt, is zijn bijdrage aan de Weissenhofsiedlung te Stuttgart (1927), een leefbare arbeiderswijk.

Scharoun ontwikkelde een architectuur, uitgaande van het principe dat gebouwen ten dienste van de mens behoren te zijn, met een plastische vormgeving en flexibele plattegrond. Zijn meest besproken bouwwerk is het Concertgebouw van Berlijn (1960-63). Hier brak hij volkomen met de rechthoekvorm van de gebruikelijke concertzalen. Latere werken van hem zijn de Staatsbibliotheek te Berlijn (1967), het Scheepvaartmuseum te Bremerhaven (1970) en het Stadstheater te Wolfsburg (1973).LITT. P. Pfankuch e.a., H. Scharoun, Bauten, Entwürfe, Texte (1974).

< >