I. bw. (-er, meest schaars), op karige of krappe wijze: schaars beloond worden; weinig intensief; schaars verlicht zijn;
II. bn. (-er, meest schaars), slechts in gering aantal of geringe hoeveelheid beschikbaar, weinig voorhanden: betrouwbare gegevens zijn schaars; in het antiquariaat betekent schaars: vrij zeldzaam; (overdr.) een schaarse tijd, waarin niet veel te krijgen is.