o. (-s),
1. klein schaap;
2. Apatele leporina, een vlindersoort uit de familie uiltjes.
De groenkleurige rupsen van het schaapje zijn polyfaag en hebben lange, gelig witte, zijdeachtige haren en zwarte haarkwastjes. Deze soort is algemeen op wilgen, elzen en berken. Het bont schaapje, Apatele aceris, is grijsachtig; de rups leeft op loofbomen, m.n. de paardekastanje.