[Eng.], (ook: zand-olie-fracturering), een stimuleringsmethode voor het opvoeren van de produktie van een traag (onwillig) producerend olieveld, dohr de oliehoudende laag hydraulisch te verbrijzelen (fractureren) door het inpersen onder hoge druk van een vloeistof die o.a. zand bevat. Onder invloed van de druk dringt de vloeistof in het gesteente.
In de scheuren verstijft (geleert) de vloeistof (meestal een olie) tijdelijk, als gevolg van de erin opgeloste zeep of chemicaliën. Het meegevoerde zorgvuldig gegranuleerde zand fungeert als een propachtig opvulmiddel en verhindert het dichtvallen van de scheuren. De vloeistofgel in de scheuren is onstabiel en de vloeistof keert na 2448 h tot de normale vloeibare toestand terug en loopt weg, zodat de scheuren open worden (en blijven door de zandkorrels), en er weer olie naar de put doorgelaten wordt.
