Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Samuël

betekenis & definitie

[Hebr. Sj’mu’el; betekenis onzeker], oudtestamentisch profeet, ziener en rechter, opgevoed door de priester Eli te Silo (1 Sam.1—3).

Samuël voerde in een tijd van syncretisme (11e eeuw v.C.) een krachtige strijd voor het mozaïsch jahwisme. Hij heeft meegewerkt om het koningschap in Israël te vestigen (-Saul), om aldus het volksbestaan te redden voor de Filistijnse overheersing. Toen Saul de voorschriften van Samuël in de wind sloeg, ontstond een breuk tussen koning en profeet, die ertoe leidde dat Samuël David tot koning zalfde (1 Sam.13-16). In Jer.15,1 wordt hij op één lijn met Mozes gesteld. LITT. A.H.Edelkoort, De profeet Samuël (1955).

< >