Grieks eiland in het oosten van de Egeïsche Zee, 468 km2, 41000 inw. Hoofdstad: Limin Vatheos.
Het bergland in het oosten is een voortzetting van de berg Mycale in Klein Azië (Hagios Ilias 1137 m, Kerki 1440 m). Mineralen komen voor, maar worden weinig ontgonnen (zink, antimoon).Verbouw van tabak, wijn en olijven. De export omvat m.n. olijfolie, wijn, druiven.
GESCHIEDENIS
Ca.1000 v.C. vestigden Ionische Grieken zich op Samos en verdrongen de Voorgriekse bevolking. Zij brachten het eiland tot grote bloei. Het werd een centrum van economische activiteit, met een belangrijk aandeel in de Griekse kolonisatie; tevens werd het centrum voor de beoefening van de beeldende kunsten en de litteratuur.
Zijn grootste bloei bereikte Samos onder de tiran Polykrates (ca.540 v.C.—522 v.C.). In 479 v.C. sloot het eiland zich aan bij de Delisch-Attische Bond. Een poging zich daaruit los te maken, werd verhinderd door Perikles (Samische Oorlog, 441 v.C.—439 v.C.); in de Peloponnesische Oorlog bleef Samos Athene trouw. In de hellenistische tijd is Samos tot 197 v.C. een steunpunt van de Egyptische Ptolemeeën geweest. In 132 v.C. voegden de Romeinen Samos toe aan hun provincie Asia. Na de ondergang van het Oostromeinse Rijk kwam het eiland in Turkse handen.
De bevolking was zo afgenomen dat de Turken er o.a. Albanezen heen brachten. Van 1829—32 was het eiland vrij, in 1832 werd het Turks en in 1912 Grieks. ARCHEOLOGIE. De vroegere hoofdstad Samos ligt bij het huidige dorp Pithagorion, waar sinds 1910 opgravingen plaatsvinden binnen de meer dan 7 km lange stadsmuur. Van de oude stad is echter weinig bewaard gebleven: een Stoa, het archeion (archief), een gymnasion en een klein theater, alle uit de hellenistische tijd.
Verder naar het westen bevindt zich de door Polykrates aangelegde, bijna één km lange tunnel (1,75 m hoog), die de stad van drinkwater voorzag. Op ca. 7 km ten westen van de antieke stad staan de overblijfselen van het beroemdste monument van Samos: het heraion.
LITT. R.Tölle, Die antike Stadt Samos (1966); G. Schmidt, Samos (1968).