(ook: samenwerkende vennootschap), in België handelsvennootschap die samengesteld is uit een veranderlijk aantal vennoten, wier inbrengen uit stortingen in baar geld of uit werkelijke inbrengen bestaan. De deelbewijzen zijn niet overdraagbaar aan derden.
Behalve deze deelbewijzen mag er geen enkele andere soort titels, om het even onder welke benaming, worden uitgegeven. De samenwerkende maatschappij is geregeld door het KB van 30.11.1935 (nadien aangevuld). De samenwerkende maatschappij bestaat niet onder een firma, doch moet onder een bijzondere benaming worden aangeduid. Zij moet uit ten minste zeven personen bestaan, en wordt beheerd door één of meer lasthebbers, al dan niet vennoten, die niet verder aansprakelijk zijn dan terzake van de hun opgedragen lastgeving. De wet bepaalt de verscheidene punten die, op straf van nietigheid, in de akte van oprichting dienen te worden opgenomen:1. de vennootschap duurt tien jaar;
2. de vennoten kunnen zich uit de vennootschap terugtrekken, doch mogen er niet uitgesloten worden dan ter zake van niet-uitvoering van het contract; de algemene vergadering beslist over de uitsluiting en de toelating, en machtigt het terugtrekken van geldstortingen;
3. de vennootschap wordt beheerd door één beheerder; toezicht wordt gehouden door drie commissarissen, aangesteld op dezelfde wijze als voor de NV, doch één der commissarissen moet gekozen worden onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren;
4. al de vennoten mogen op de algemene vergadering stemmen; zij hebben gelijke stem;
5. winsten en verliezen worden om het jaar verdeeld bij helft, in gelijke delen onder de vennoten en bij helft naar rato van hun inleg;
6. al de vennoten zijn hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk.
