v. (-en), het samenspannen.
Volgens het Ned. WStr is samenspanning het delict waarbij twee of meer personen overeengekomen zijn om een misdrijf te plegen (art. 80). Samenspanning wordt alleen in bijzondere gevallen strafbaar gesteld, zoals bij een aanslag op de koning (96 WStr) en bij hulpverlening aan de vijand ten tijde van oorlog (102 WStr). Ook zijn de leiders of aanleggers van die samenspanning strafbaar die ten doel heeft het spoorwegverkeer te stremmen (358 WStr).
In België is samenspanning strafbaar van het ogenblik af dat verschillende personen het besluit treffen om strafbaar te handelen. Samenspanning door ambtenaren in de uitoefening van hun ambt is door afzonderlijke wetsbepalingen strafbaar gesteld (artt. 233-236 Swb).