v. (-en),
1. het samenscholen;
2. samengeschoolde menigte.
In Nederland is samenscholing volgens art. 186 WStr een misdrijf waaraan men zich schuldig maakt als men, bij een oploop, zich niet onmiddellijk na het derde door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel verwijdert. De maximumstraf op samenscholing is drie maanden of f1200,-. Een eigenlijk verbod tot samenscholing treft men niet aan in het WStr; hier is slechts strafbaar gesteld het bijeenblijven in een volksoploop na herhaald bevel tot verwijdering. Verbod, in de eigenlijke zin van het woord, kan krachtens art. 220 Gemeentewet in bepaalde omstandigheden, bij algemeen politievoorschrift, door de burgemeester en in een bepaald geval ook door de commissaris der koningin gegeven worden. Overtreding van dit voorschrift is strafbaar krachtens art. 443 WStr. In België gaan de straffen niet hoger dan 14 dagen gevangenisstraf.