[Lat., wees gegroet, koningin], (r.k.) beginwoorden van een Maria-antifoon, die als afsluiting van het officie of als zelfstandig gebed of gezang voorkomt en sedert de 11e eeuw grote populariteit genoot, vooral in de avonddiensten. De auteurskwestie blijft omstreden.
Behalve enkele gregoriaanse melodieën, kent het Salve Regina vanaf de 15e eeuw ook veel meerstemmige toonzettingen.