Robert Arthur Talbot Gascoyne Cecil, (sinds 1868) derde markies van, Engels politicus, *3. 2.1830 Hatfield (Hertford), †22.8.1903 Hatfield; vader van R.Cecil. Salisbury werd in 1853 voor de conservatieven lid van het Lagerhuis.
Van 1866-67 was hij minister voor Indië; in 1874 in het kabinet Disraeli minister voor Indië, en in 1878 die van Buitenlandse Zaken. Salisbury vertegenwoordigde zijn land op het Congres van Berlijn (1878) en wist er Cyprus te verwerven. Van 1880-85 leidde hij de conservatieve oppositie tegen Gladstone. Van 1885-86 en van 1886-92 was hij premier, in de tweede periode tevens minister van Buitenlandse Zaken. Salisbury zocht toenadering tot Duitsland (waaraan hij Helgoland afstond) en tot Italië. Hij wist door krachtige maatregelen de orde in Ierland te herstellen.
Van 1895-1902 was hij opnieuw premier, tot 1900 tevens minister van Buitenlandse Zaken. Salisbury nam J.Chamberlain in zijn kabinet op. In de Turkse kwestie (1895-96) leed Salisbury een nederlaag, waardoor er tussen Engeland en Duitsland een verwijdering kwam. Hij behaalde successen in Afrika (Fasjoda-incident) en steunde met kracht Chamberlains anti-Boerenpolitiek in Zuid-Afrika. Uitgave: Speeches, door H.Lucy (1885); Essays (1905).LITT. A.L.Kennedy, Salisbury (1953); J.A.S. Grenville, Lord Salisbury and foreign policy (1964).