Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Sahara

betekenis & definitie

woestijngebied in Noord-Afrika, dat zich uitstrekt van het Atlasgebergte en Middellandse Zee tot Soedan, en van de Atlantische Oceaan tot de Rode Zee, 8 mln. km2, het grootste woestijngebied ter wereld. Staatkundig is de Sahara verdeeld onder Marokko, Mauretanië, Mali, Algerije, Libië, Niger, Tsjaad en Soedan.

De ondergrond bestaat uit archaïsche kristallijne gesteenten, plaatselijk met jongere sedimenten bedekt. De kern van de centrale Sahara bestaat uit de opwelving van de Ahaggar, met vulkaanresten (2998 m), verder oostelijk het bergland van Tibeste (3415 m). Om de verheffingen heen liggen gordels van cuestaranden. In het noordoosten en zuidwesten liggen de duinenvelden met lengteduinen (seifs), sikkelduinen (barchanen), dwarsduinen en sterduinen van de Oosten West-Erg. Verder overheersen grindvlakten (reg) en rotsplateaus (hamada). Aanwijzingen van een eertijds vochtiger klimaat zijn niet alleen de droge stroomdalen (wadi’s), maar ook resten van meren, en rotsschilderingen waarop hele kudden vee staan afgebeeld.

Bovendien wijst de rijkdom aan fossiele brandstof op een vroegere weelderige flora. Het is waarschijnlijk dat althans in het noorden een pluviale periode samenviel met een pleistocene ijstijd in Europa.

Het klimaat van de Sahara is droog en heet: de juli-temperatuur stijgt vaak ver boven de 50 °C, waar tegenover staat dat door het ontbreken van wolken in de dampkring de temperatuur ’s nachts sterk daalt (een verschil van 35-40 °C). In dec.— jan. is de dagtemperatuur het laagst (ca. 15 °C). De Sahara is niet neerslagloos, maar er kunnen jaren zonder neerslag voorbijgaan. De plantengroei in de woestijn bestaat uit doornstruiken, acacia’s en grassoorten. In de oasen overheerst de dadelpalm. In het noorden komt water uit artesische bronnen en wordt via leidingen (foggara’s) naar het zuiden vervoerd.

In de woestijn wonen naar schatting 2,5 mln. mensen. Van hen heeft 60 % een vaste en 10 % een semipermanente woonplaats; de overige 30 % zijn noma-1 den. De grootste nederzettingen komen voor aan de zuidzijde van het Atlasgebergte en verder bij waterwinplaatsen en langs de verkeerswegen. Twee van de belangrijkste autoroutes, die alle noord-zuid lopen, zijn de Route du Tanezrouft van Oran via Bechar (Algerije) naar Bourem (Mali) en Niamey (Niger) en de Route du Hoggar van Algiers (Algerije) of Sfax (Tunesië) via Aïn Salah (Algerije) naar Agadez (Niger). In de Sahara komen aardolie, aardgas, zout, steenkool, ijzererts, koper en mangaan voor. LITT. A.Gaudio, Le Sahara des Africains (1960); N.Bodington, The awakening Sahara (1961); P.

Cornet, Le pétrole Saharien (1961); C.Bataillon, Nomades et nomadisme au Sahara (l963);P.CapotRey e.a., Glossaire des principaux termes géographiques et hydrogéologiques sahariens (1964); J. Chavaillon, Les formations quaternaires du Sahara nord-occidental (1964); R.Furon, Le Sahara. Géologie, ressources minérales, mise en valeur (2e dr. 1964); C.Verlaque, Le Sahara pétrolier (1964); F. Besson, Sahara, terre de vérité (1965); P.Quezel, La végétation du Sahara (1965); H.Schiffers, Die Sahara und ihre Randgebiete (3 dln. 1971-73); H.J.Hugot, Le Sahara avant le désert (1975).

< >