m. (mv.), Tettigoniidae, een insektenfamilie uit de superorde rechtvleugeligen. De sabelsprinkhanen danken hun naam aan de grote, platte legboor van de vrouwtjes.
Verder zijn deze insekten gekenmerkt door lange sprieten en voorvleugels, die in rust dakvormig of verticaal liggen. De sabelsprinkhanen leven op struiken en bomen, vooral in moestuinen, waar het mannetje door een luidruchtig gesjirp blijk geeft van zijn aanwezigheid. Het zijn vooral avonddieren. De bekendste inheemse soort is de groene sabelsprinkhaan, Tettigonia viridissima, met een lengte tot 35 mm en een legboor van 25 mm. De sabelsprinkhaan eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Het wijfje legt ca. 150 eieren in de grond.
Een ander voorbeeld is de wrattenbijter Decticus verrucivorus, gekenmerkt door vierkante vlekken op de groene voorvleugels. Een beet van dit dier gaat gepaard met oprisping van bruin maagsap, dat in het volksgeloof als geneesmiddel tegen wratten werkzaam zou zijn.