Belg. archivaris en historicus, *2. 8.1901 Oostende, ♱15.1.1969 Kortrijk. Sabbe studeerde te Gent, werd archivaris-paleograaf bij het Algemeen Rijksarchief, vanaf 1942 conservator van het Rijksarchief te Antwerpen en van 1955-67 algemeen rijksarchivaris.
In deze functie klasseerde hij de onder een sekwester geplaatste archieven van Duitse staatsburgers en die van de Société Générale de Belgique voor de periode 1822-70. Na 1945 werd Sabbe belast met de recuperatie van de door de Duitsers weggevoerde archieven van de kantons Eupen, Malmédy en Saint Vith. Hij slaagde er ook in het belangrijke archief van de abdij StavelotMalmédy terug te krijgen. Sabbe bereidde de Belg. Archiefwet van 1955 voor, die op zijn initiatief in 1963 werd aangevuld voor de bewaargeving van notariële minuten in het Rijksarchief. Sabbe publiceerde baanbrekende studies vooral over sociaaleconomische problemen. Werken: De Belg. vlasnijverheid (2 dln. 1943), Histoire de l’industrie linière en Belgique (1945), Anvers, métropole de l’occident 1492-1566 (1952).
