Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rutgers

betekenis & definitie

Victor Henri, Ned. rechtsgeleerde en politicus, *16.12.1877 ’s-Hertogenbosch, †5.2.1945 Bochum. Rutgers werd na zijn studie te Amsterdam aldaar advocaat.

In 1908 werd hij lid van Provinciale Staten voor de Antirevolutionaire Partij en in 1912 van de Tweede Kamer. Van 1915-19 was hij burgemeester van Boskoop en daarna gedeputeerde van Zeeland. In het eerste ministerie-Colijn was hij minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. In 1928 werd hij hoogleraar Romeins recht en strafrecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij was actief in het verzet in de Tweede Wereldoorlog en overleed in gevangenschap. Werken: Kiesrecht (1909), Over de finantïèele gelijkstelling (1918), Strafbaarstelling van de aanvalsoorlog (1928), Herziening van de Lager-Onderwijswet (1931), Strafrecht en rechtsstaat (1933), De invloed van het christendom op het Romeins recht (1940).LITT. B.de Gaay Fortman, Levensbericht van prof. mr.V.H.Rutgers (1946).

< >