Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Russell, bertrand arthur william

betekenis & definitie

(sinds 1931) 3e graaf Russell, Engels filosoof en wiskundige, *18.5.Chepstow, ♱2.2.1970 Penrhyndendraeth (Wales). Russell werd in 1909 docent te Cambridge, werd in 1916 wegens pacifisme ontslagen, reisde door China, Rusland en de VS en leidde sinds 1927 een eigen school.

Hij genoot in brede kringen bekendheid door zijn radicale stellingname in vragen rond huwelijk, opvoeding, kolonialisme, atoombewapening enz. Russell geldt als een van de grondleggers van de analytische filosofie. Hij was een extreem aanhanger van de zgn. exterioriteit der verhoudingen. Volgens Russell behoren relaties nl. niet tot de innerlijke, wezenlijke eigenschappen van de dingen. Hij paste dit toe op de kennis. De kenrelatie blijft uiterlijk (en dus inessentieel) zowel voor de kenner als voor het gekende.

Russell was aanhanger van het logisch atomisme, de leer dat de wereld kan worden opgevat als een complex geheel van elementaire opdrachten, die onafhankelijk van elkaar bestaan. In de waarneming ging hij uit van de sense data (zintuiglijke gewaarwordingen), waaruit men met behulp van logische constructies de waargenomen dingen vormt. Russell is daarmee een briljant vertegenwoordiger van de Engelse empirische traditie. Als wiskundige heeft Russell zich vooral beziggehouden met grondslagentheorie, kritische beschouwingen in verband met G.Cantors verzamelingsleer (paradoxen, o.a.: de verzameling van alle verzamelingen die zichzelf niet als element bevatten). Hij ontwikkelde een logische taal en vervolmaakte daarmee het werk van Frege (symbolische logica). Een groot deel van zijn wiskundig onderzoek is vastgelegd in zijn, samen met A.M.

Whitehead geschreven, Principia mathematica (3 dln. 1910-13). In 1950 ontving Russell de Nobelprijs voor litteratuur. Werken: Mysticism and logic (1918), Analysis of mind (1921), Logical atomism (1924), Analysis of matter (1927), Freedom and organization, 1814-1914 (1934), Power, a new social analysis (1938), History of 'Western philosophy (1945), Philosophy and politics (1947), Authority and the individual (1949), Unpopular essays (1950), Logic and knowledge (1956), My philosophic development (1959), Autobiography (3 din. 1967-69; Ned. vert. 2 din. 1968-70).LITT. P.A.Schilpp, The philosophy of B.Russell (3e dr. 1951); A.Wood, B.Russell (1957); J.B.Watling, B.Russell (1970); A.J.Ayer, Russell (1972).

< >