v./m. (-s), (ook: runderbuilenhorzel), Hypoderma bovis, een insektesoort uit de familie horzels.
De wijfjes van de runderhorzel zetten de eieren af op de huid van runderen, bij voorkeur in de onderbuik en achterpoten. De jonge larven boren zich door de huid en kruipen via de zenuwbanen tot in het weefsel rond de wervelkolom; vele komen daar via het ruggemerg. Door een uitscheiding die het weefsel oplost, kunnen de larven zich in het lichaam van de gastheer voortbewegen. Deze zelfde uitscheiding veroorzaakt in het weefsel van de gastheer fistels aan de rugzijde, waardoor de larven kunnen overgaan van anaërobe ademhaling naar luchtademhaling. Na drie maanden zijn de larven ca. 3 cm lang en verlaten het lichaam van de gastheer. De op de grond gevallen larven graven zich in, en verpoppen onder de grond.
Na een maand verschijnen de volwassen horzels, die direct geslachtsrijp zijn. Een uur na de paring kunnen 500600 eieren per wijfje worden afgezet, horzels.