o. (-eren),
1. een holhoornig, herkauwend zoogdier, dat als nuttig huisdier om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt en waarvan het mannetje stier, het vrouwtje koe en het jong kalf wordt genoemd; m.n. het volwassen dier; uitdr.: hij bloedt als een rund (nl. dat geslacht wordt);
2. (fig.) lompe vlegel; stommeling: wat ben jij toch een rund.
Gedomesticeerde runderen zijn afstammelingen van de Bos brachyceros en van de B. primigenius. De runderen kunnen op verschillende manieren produktief zijn. Door de domesticatie en de daaropvolgende selectie zijn zij in staat meer melk en vlees te leveren dan in hun oorspronkelijke, natuurlijke staat. Daarnaast kunnen sommige rassen ook nog als trekdier functioneren. In geen enkel runderras treft men de drie belangrijke eigenschappen maximaal aan: er zijn alle mogelijke tussenvormen (type). Wat een dier presteert zal primair worden bepaald door zijn erfelijke aanleg. Daarnaast hangt het van de omstandigheden af in welke mate de aanleg zich zal manifesteren: een koe met de aanleg voor een goede melkproduktie zal op een schraal rantsoen lang niet zoveel melk produceren als bij de beste voeding en met een prima verzorging mogelijk zou zijn.
De mens heeft de melkrunderen eerst vooral geselecteerd op meikhoeveelheid, later, vooral voor de boterbereiding, op vetgehalte en thans, nu dierlijke vetten mede door de lage prijzen van plantaardige vetten niet meer zo in de belangstelling staan, ook nog op eiwitgehalte. Een koe, die om welke reden dan ook, niet meer voor de melkproduktie wordt gebruikt, moet zo mogelijk nog een bijdrage leveren aan de vleesproduktie. Jonge runderen die geen melk zullen produceren, worden voor de vleesproduktie gefokt. Zo zijn vrijwel alle stiertjes bestemd voor de mesterij; slechts een gering aantal stieren is voor de fokkerij nodig.
De Ned. en Belg. runderen kalven meestal voor het eerst wanneer zij 2 jaar zijn. Gemiddeld wordt er elk jaar, na een draagtijd van ca. 9 maanden, een kalf geboren. Het totaal aantal runderen in Nederland bedraagt ca. 5 mln. en in België ca. 3 mln. , waarvan iets minder dan de helft melkkoeien zijn. Vele runderen worden thans kunstmatig geïnsemineerd; een uitgebreide registratie wordt opgenomen in de stamboeken. Voor 1950 verzorgden de fokverenigingen de registratie; daarna is die taak grotendeels overgegaan naar de verenigingen voor kunstmatige inseminatie. Verder heeft de ziektebestrijding een grote vlucht genomen. runderras.