o., (ook: rugwerk), orgelwerk met een afzonderlijke kast, klaviatuur en pijpwerk, dat achter de rug van de organist staat.
Het onderste van de (twee, drie of vier) manualen van het hoofdorgel correspondeert met het rugpositief. Het komt nog voor dat de registerknoppen in de wand van het rugpositief zijn aangebracht en zich dus ook achter de rug van de organist bevinden.