Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Ruggespraak

betekenis & definitie

v./m., overleg van afgevaardigden met hun opdrachtgevers over wat hun ter vergadering voorgelegd wordt; in ruimere zin: met iemand houden, overleg met iemand plegen.

In de oude Nederlanden en in de Republiek der Verenigde Nederlanden dienden de afgevaardigden in de Staten-Generaal ruggespraak te plegen over die onderwerpen waarvoor zij geen opdracht (‘last’) hadden meegekregen van de Staten van hun gewest. De afgevaardigden van de tegenwoordige Belg. en Ned. volksvertegenwoordigingen en van de Provinciale Staten dienen ingevolge de Grondwet te stemmen zonder last van en ruggespraak van hun benoemers.

< >