Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Ruggegraat

betekenis & definitie

v./m. (-graten),

1. wervelkolom bij mens en gewervelde dieren;
2. (fig.) innerlijke kracht, pit: iemand met ruggegraat, die van doorzetten, standhouden weet; men moet ruggegraat tonen, zich flink tonen, energiek optreden;
3. voornaamste, vormend deel van iets.

< >