[Engelse stad Rugby], o., balspel waarbij de bal zowel met de hand als met de voet gespeeld mag worden.
Rugby wordt gespeeld door twee ploegen van 15 man (8 voorwaartsen, 2 halfspelers, 4 driekwarten en 1 achterspeler). De spelers mogen de ovale bal op elke wijze voortbewegen; het spelen met de hand mag alleen in achterwaartse richting. De bezitter van de bal mag worden geblokkeerd of ten val gebracht. Punten worden gescoord door:
1. een try, d.w.z. de bal wordt achter de trylijn (de achterlijn) tegen de grond gedrukt (3 punten);
2. de conversie, d.w.z. het benutten van de na een try toegekende vrije trap (2 punten);
3. een vrije trap of strafschop die benut wordt door de bal tussen de palen door te schoppen (3 punten);
4. een dropkick, d.w.z. de bal wordt tijdens het spel tussen de palen door geschopt (3 punten). Na kleine overtredingen volgt een scrum, de voorwaartsen van de beide ploegen drukken zich met de schouders tegen elkaar, de bal wordt door een halfspeler tussen de benen van de 16 spelers gebracht, die de bal in de richting van een buiten de scrum staande halfspeler proberen te werken. De ploeg die in de normale speelduur van tweemaal 35 minuten de meeste punten scoort, is winnaar.
Organisatie
De 68 Ned. rugbyclubs zijn verenigd in de Ned. Rugbybond (totaal ca. 4400 leden). De 30 Belg. clubs zijn verenigd in de Belg. Rugbybond. Beide bonden zijn aangesloten bij de Fédération Internationale de Rugby.
Geschiedenis
Rugby vertoont grote gelijkenis met balspelen die reeds in de oudheid, o.a. bij Grieken en Romeinen, werden beoefend. Ook het 16eeeuwse Engelse camp ball kan als voorloper worden beschouwd. Als begin van het moderne rugby beschouwt men het moment in 1823 waarop William Webb Ellis, een leerling van de vermaarde public school te Rugby, tijdens het voetballen de bal in zijn handen nam en aldus verder speelde. In 1875 werd er een officieel reglement opgesteld door de in 1871 opgerichte Rugby Football Union.
