Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rühm

betekenis & definitie

Gerhard, Oostenrijks schrijver, *12.2.1930 Wenen. Rühm studeerde aan de Staatsakademie für Musik en legde zich in Beiroet op de oriëntaalse muziek toe.

In 1952 begon hij met klankgedichten te experimenteren, zoals Schwitters en Arp dit in de tijd van het dadaïsme hadden gedaan. In 1954 kwam hij door H.C.Artmann in aanraking met de avantgardistische Wiener Gruppe en legde zich vervolgens uitsluitend op de letterkunde toe. Rühm heeft erg veel tot de theorievorming van de Wiener Gruppe bijgedragen en hem komt de eer toe met zijn in 1967 verschenen bloemlezing Die Wiener Gruppe de belangstelling van een breder publiek voor enkele uiterst interessante woordkunstenaars uit de jaren zestig te hebben getrokken. Rühm heeft een bijzonder groot aantal boeken op zijn naam staan, waarin hij het hele stijlgamma van zijn litteraire vrienden in toepassing weet te brengen. Er zijn typisch Weense dialectgedichten, horror-, kinderverhalen en concrete teksten. Daarnaast organiseerde hij talrijke happenings, maakte hij cinematografische teksten en stelde hij zijn visuele teksten tentoon. Werken: Hosn rosn baa (samen met Achleitner en Artmann; 1959), Konstellationen (1960), Lehrsätze über das Weltall (1965), Daheim 10 Textmontagen und 10 Fotomontagen (1967), Rhythmus r (1968), Ruhms Schablone für Zeitungsleser (1968), DA eine Buchstabengeschichte für Kinder (1970), Gesammelte Gedichte und Textbilder (1970), Die Reise nach Cythera (1971), Mann und Frau (1973), Wahnsinn Litaneien (1974).

< >