Middelhoogduits dichter, eerste helft 13e eeuw; uit het geslacht van de latere graven van Hohenems (Vorarlberg, West-Oostenrijk). Als geleerde kreeg Rudolf van Ems dichtopdrachten van adellijke kringen in zijn regio, en zelfs van het koninklijk hof.
Hij schreef in de gebruikelijke rijmpaarverzen: Der gute Gerhard (ca.1215), het stichtelijk verhaal van een rijke koopman en zijn werken van barmhartigheid; Barlaam und Josaphat (ca.1225), het even stichtelijke verhaal over een Indisch vorst die tot het christendom bekeerd wordt; de roman Willehalm von Orlens (ca.1235), over de Normandische vorst die na een lange beproeving van zijn hoofse deugden trouwt met een Engelse prinses en daardoor koning van Engeland wordt. Onvoltooid bleven een gesçhiedroman over Alexander (de Grote) en een Weltchronik (het nagelaten stuk was een bijbelse geschiedenis). Zijn gehele oeuvre toont de kunstvaardigheid van de geleerde die het dichten op de Latijnse school goed geleerd heeft. Hoe groot het succes van zijn Barlaam und Josaphat en zijn Weltchronik was, blijkt uit de bewaard gebleven handschriften: 49 resp. 82. LITT. X.von Ertzdorff, Rudolf von Ems (1967).