Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rozenkrans

betekenis & definitie

m. (-en),

1. van rozen gevlochten krans; m.n. als hoofdtooi;
2. ornament of figuur lijkend op een krans;
3. gebedssnoer en gebedsformulier.

De rozenkrans is een met pitten, kralen of paarlen aaneengeregen snoer, dat in verscheidene godsdiensten (hindoeïsme, boeddhisme, islam en christendom) een rol speelt bij het vele malen bidden van teksten of woorden. In het hindoeïsme worden Vishna en Siva resp. 108 en 84 maal aangeroepen. In het boeddhisme geldt de rozenkrans Boeddha, in de islam de 99 namen van Allah. Dit herhalen van gebeden of spreuken is een middel bij de meditatie. Reeds in Indië droeg dit voorwerp de naam van rozenkrans, welke naam echter berust op een misverstand: rozenkrans is in het Sanskriet op een accent na hetzelfde woord als ‘krans van het mompelend reciteren’. Deze betekenis is stellig de meest oorspronkelijke. In de eerstgenoemde vorm kwam de naam naar Europa.

De rozenkrans is in de Rooms-Katholieke Kerk een gebedsformulier, dat bestaat uit 150 ‘weesgegroeten’, in vijftien ‘tientjes’ verdeeld, met bijvoeging van de lofprijzing: Eer aan de Vader, de Zoon en de H.Geest en van het onzevader, voorafgegaan door het credo. Meestal bidt men slechts vijf tientjes {rozenhoedje) achter elkaar. In deze vorm gaat de rozenkrans terug op de 12e eeuw, gepropageerd door de H. Dominicus.

< >